Software vanuit broncode installeren op Ubuntu met make install: Een complete beginnersgids

1. Inleiding

Bij het gebruik van Ubuntu kun je de stap “make install” tegenkomen bij het installeren van software. Gewoonlijk is het installeren van applicaties zo simpel als het uitvoeren van het apt‑commando om pakketten te installeren, maar niet alle software is beschikbaar in de officiële repositories. Als je de nieuwste versie wilt gebruiken of je eigen programma’s wilt draaien, moet je de broncode downloaden, deze zelf compileren en vervolgens installeren.

Hier komt “make install” van pas.

Het “make install”‑commando wordt gebruikt om programma’s die uit broncode zijn gecompileerd op de juiste locaties te plaatsen. Het bouwt niet alleen het programma (make), maar automatiseert ook het kopiëren van bestanden naar systeembestanden. In Linux‑omgevingen is dit een van de basisprocedures die vaak wordt gebruikt.

Dit artikel legt duidelijk uit hoe je broncode bouwt en make install gebruikt om software op Ubuntu te installeren – zelfs voor beginners. We behandelen ook veelvoorkomende fouten die je tijdens het proces kunt tegenkomen en hoe je ze oplost.

Laten we beginnen met het voorbereiden van de ontwikkeltools die nodig zijn om software te bouwen.

2. Essentiële ontwikkeltools installeren

Om software vanuit broncode te bouwen en te installeren, moet je eerst de benodigde ontwikkeltools op Ubuntu installeren. Zonder deze kun je het “make”‑commando mogelijk niet gebruiken of krijg je vaak bouwfouten. Om dergelijke problemen te voorkomen, zorgen we ervoor dat je ontwikkelomgeving vanaf het begin klaar is.

Het essentiële pakket installeren: build-essential

Op Ubuntu bestaat er een pakket genaamd build-essential dat de C‑compiler (gcc), bouwtools (make) en gerelateerde bibliotheken bundelt. Het installeren van dit pakket zet alle basisgereedschappen klaar die je nodig hebt.

Zo installeer je het:

sudo apt update
sudo apt install build-essential

Eerst werk je de pakketinformatie bij, daarna installeer je build-essential. Dit dekt alle basisgereedschappen die nodig zijn voor het bouwen van software.

De installatie verifiëren

Je kunt controleren of alles correct is geïnstalleerd met de volgende commando’s:

gcc --version
make --version

Als je de versie‑informatie ziet voor zowel gcc (de C‑compiler) als make (de bouwtool), is de installatie geslaagd. Als je fouten krijgt, bekijk dan de meldingen zorgvuldig en probeer desgewenst opnieuw te installeren.

Nu is je Ubuntu‑systeem klaar om te beginnen met bouwen vanuit broncode. Laten we nu kijken hoe je de broncode verkrijgt en uitpakt.

3. Broncode verkrijgen en uitpakken

Na het installeren van de ontwikkeltools is de volgende stap het verkrijgen van de broncode die je wilt bouwen. Download de broncode die door de software‑ontwikkelaar wordt aangeboden en pak deze uit in je werkmap. Hier leggen we uit hoe je de broncode verkrijgt en uitpakt.

Hoe je broncode krijgt

Meestal kun je broncode verkrijgen via een van de volgende methoden:

Downloaden van de officiële website

Veel open‑sourceprojecten distribueren broncode als gecomprimeerde bestanden zoals “tar.gz” of “tar.bz2” op hun officiële websites. Gebruik bijvoorbeeld het volgende commando om te downloaden:

wget https://example.com/software-1.2.3.tar.gz

Vervang de URL door de downloadlink die op de officiële pagina van de betreffende software staat.

Clonen van GitHub en andere platforms

Steeds meer projecten gebruiken code‑hostingdiensten zoals GitHub. In dat geval kun je de broncode clonen met het Git‑commando.

Als Git niet geïnstalleerd is, installeer het dan eerst:

sudo apt install git

Voer daarna het clone‑commando uit:

git clone https://github.com/username/repository.git

De repository‑URL verschilt per project, dus controleer de officiële pagina voor de juiste link.

Gecomprimeerde bestanden uitpakken

Als de broncode wordt geleverd als een gecomprimeerd bestand, gebruik dan het juiste commando om het uit te pakken.

Hier zijn enkele veelvoorkomende formaten en de bijbehorende uitpak‑commando’s:

  • Voor .tar.gz‑bestanden:
    tar -xvzf software-1.2.3.tar.gz
    
  • Voor .tar.bz2‑bestanden:
    tar -xvjf software-1.2.3.tar.bz2
    
  • Voor .zip‑bestanden:
    unzip software-1.2.3.zip
    

Zodra het is uitgepakt, krijg je een map met de naam van de software en de versie. Navigeer naar die map om verder te gaan:

cd software-1.2.3

Nu ben je klaar om de software te bouwen. Laten we doorgaan met de daadwerkelijke bouw‑ en installatiestappen.

4. De software bouwen en installeren

Nu de broncode klaar is, is het tijd om te bouwen en te installeren. Deze sectie legt de algemene werkwijze voor het bouwen en installeren van software op Ubuntu stap voor stap uit.

Voorbereiding: ./configure uitvoeren

Veel broncode‑pakketten leveren een “configure‑script” om de omgeving voor te bereiden voordat er gebouwd wordt. Voer meestal dit commando uit in de bronmap:

./configure

Dit controleert je systeem en genereert automatisch een Makefile (een bestand met de bouwstappen). Als er vereiste bibliotheken of tools ontbreken, krijg je hier fouten te zien. Lees de foutmeldingen en installeer de ontbrekende pakketten indien nodig.

Als het configure‑script niet bestaat, controleer dan de bestanden README of INSTALL voor specifieke bouwinstructies.

De software bouwen: make‑commando

Zodra het geconfigureerd is, bouw je de software door de broncode te compileren tot uitvoerbare programma’s:

make

Dit commando volgt de instructies in de Makefile en compileert alles automatisch. Het bouwen kan enige tijd duren; let op eventuele fouten onderweg.

Als je fouten krijgt, los dan ontbrekende bibliotheken of afhankelijkheden op aan de hand van de foutmeldingen.

Het programma installeren: sudo make install

Na een geslaagde build kun je het programma in je systeem installeren. Omdat dit naar systeembestanden schrijft (zoals /usr/local/bin), heb je beheerdersrechten nodig.

Voer dit commando uit:

sudo make install

Dit kopieert de gebouwde bestanden naar de juiste locaties, waardoor het programma systeemwijd beschikbaar wordt.

Veelvoorkomende fouten en oplossingen

Tijdens het bouwen en installeren kun je fouten tegenkomen, zoals:

  • Permission denied → Zorg ervoor dat je sudo gebruikt bij make install.
  • Missing dependencies → Lees de foutmeldingen en installeer de benodigde bibliotheken of pakketten.
  • configure: command not found → Het configure‑script ontbreekt of is niet uitvoerbaar. Voer chmod +x configure uit of raadpleeg de bouwinstructies.

Panikeer niet—lees elk bericht zorgvuldig en los de problemen stap voor stap op.

5. Controles na installatie

Na het installeren van software met “sudo make install” moet je altijd controleren of de installatie geslaagd is. Als de installatie niet succesvol was, kunnen commando’s ontbreken of niet naar behoren werken. Hieronder vind je de basiscontroles die je direct na de installatie moet uitvoeren.

Controleer waar het programma is geïnstalleerd

Zoek eerst uit waar het programma op je systeem is geplaatst. Gebruik het which‑commando om de uitvoerbare file te vinden:

which program-name

Voorbeeld: als je een programma met de naam sample hebt geïnstalleerd, voer dan in:

which sample

Als de installatie geslaagd is, zie je iets als /usr/local/bin/sample of /usr/bin/sample. Als er niets verschijnt, is de installatie mogelijk mislukt of staat het programma niet in je PATH.

Controleer de werking met versie‑informatie

De meeste programma’s kunnen hun versie tonen met --version of -v. Dit is een snelle manier om te controleren of je programma naar behoren werkt:

sample --version

Als je de juiste versie ziet, is de installatie geslaagd. Als je een foutmelding of “command not found” krijgt, bekijk dan de installatiestappen opnieuw.

Controleer de omgevingsvariabele PATH

Programma’s die met make install worden geïnstalleerd, belanden vaak in /usr/local/bin. Als deze map niet in je systeem‑PATH staat, wordt het programma niet herkend als commando.

Controleer je huidige PATH met:

echo $PATH

Als /usr/local/bin wordt weergegeven, is alles in orde. Zo niet, voeg het toe aan je shell‑configuratiebestand (bijvoorbeeld ~/.bashrc of ~/.zshrc):

export PATH=/usr/local/bin:$PATH

Pas de wijzigingen toe door de terminal te herstarten of door uit te voeren:

source ~/.bashrc

Met deze configuratie kun je programma’s soepel vanuit de terminal starten.

6. Hoe te deïnstalleren

Programma’s die vanuit de broncode zijn geïnstalleerd, worden niet beheerd door reguliere pakketbeheerders zoals apt. Dus als je ze moet verwijderen, moet je meestal handmatig deïnstalleren. Deze sectie legt uit hoe je software die met make install op Ubuntu is geïnstalleerd, correct kunt deïnstalleren.

Deïnstalleren met make uninstall

Sommige Makefiles bieden een “uninstall‑target” om geïnstalleerde bestanden te verwijderen. Indien beschikbaar, voer je dit commando uit in de oorspronkelijke bronmap:

sudo make uninstall

Dit verwijdert de bestanden die tijdens de installatie zijn gekopieerd. Niet alle software ondersteunt echter make uninstall, dus controleer eerst de README‑ of INSTALL‑bestanden.

Belangrijke opmerkingen:

  • Je moet dit uitvoeren in dezelfde bronmap die voor de installatie is gebruikt.
  • Als je de broncode hebt verwijderd, kun je make uninstall niet gebruiken.

Handmatig bestanden verwijderen

Als make uninstall niet beschikbaar is, moet je de bestanden handmatig verwijderen. Programma’s worden meestal geïnstalleerd in mappen zoals /usr/local/bin of /usr/local/lib.

Identificeer alle geïnstalleerde bestanden en verwijder ze zorgvuldig. Bijvoorbeeld, als het binaire bestand zich in /usr/local/bin bevindt:

sudo rm /usr/local/bin/program-name

Handmatig verwijderen kan lastig zijn, dus het is het beste om precies te weten wat er geïnstalleerd is voordat je begint.

Installaties beheren met checkinstall

Om deïnstalleren in de toekomst makkelijker te maken, kun je overwegen een tool genaamd checkinstall te gebruiken. Deze tool laat je software installeren als een deb‑pakket, waardoor beheer met apt of dpkg mogelijk wordt.

Installeer checkinstall met:

sudo apt install checkinstall

Na het bouwen, gebruik je dit commando in plaats van make install:

sudo checkinstall

Deze aanpak maakt deïnstalleren veel eenvoudiger en houdt je systeem schoon — zeer aan te raden als je vaak vanuit broncode installeert.

7. Installeren in offline omgevingen

Soms moet je software op Ubuntu‑systemen installeren zonder internettoegang. Hoewel online pakket‑ophalen de standaard is, is het nog steeds mogelijk om offline te bouwen en te installeren met “make install” als je van tevoren voorbereidt. Zo pak je offline installaties aan.

Build‑essential offline voorbereiden

De essentiële ontwikkeltools (het pakket build-essential) zijn offline nog steeds vereist. Om dit in te stellen, gebruik je een andere Ubuntu‑machine met internettoegang om de pakketten vooraf te downloaden.

apt‑offline gebruiken

apt-offline helpt je de benodigde pakketten en afhankelijkheden te verzamelen voor overdracht via USB, enz.

Installeer apt‑offline op de online machine met:

sudo apt install apt-offline

Genereer vervolgens een aanvraagbestand op het offline systeem, download de pakketten op de online machine en installeer ze ten slotte offline.

De Ubuntu‑installatiemedia als APT‑bron gebruiken

Je kunt ook de Ubuntu‑installatiemedia (DVD of USB) als APT‑bron gebruiken, omdat deze veel basispakketten bevat, inclusief build-essential.

Mount de media en stel de APT‑sourcelijst in als volgt:

sudo mount /dev/sdb1 /mnt
sudo apt-cdrom -d=/mnt add

Nu kun je pakketten installeren zoals gewoonlijk:

sudo apt update
sudo apt install build-essential

Dit is een betrouwbare manier om offline een bouwomgeving op te zetten.

Broncode meenemen en uitpakken

Zodra je bouwtools klaar zijn, download je de broncode van tevoren, sla je deze op een USB‑stick op en kopieer je hem naar je offline omgeving. Pak de bestanden uit zoals je online zou doen:

tar -xvzf software-1.2.3.tar.gz
cd software-1.2.3

Ga vervolgens verder met de gebruikelijke stappen: ./configuremakesudo make install.

Tips voor offline installaties

Offline installaties mislukken vaak door ontbrekende afhankelijkheden, dus controleer dubbel of je alle benodigde bibliotheken en header‑bestanden hebt. Probeer, indien mogelijk, eerst een test‑build online om een lijst met vereiste pakketten te genereren.

8. Veelgestelde vragen (FAQ)

Bij het installeren van software op Ubuntu met “make install” komen zowel beginners als gevorderde gebruikers vaak vragen en problemen tegen. Hieronder staan enkele van de meest voorkomende vragen en hun antwoorden.

Q1. Ik krijg “Permission denied” bij het uitvoeren van make install. Wat moet ik doen?

A1.
De opdracht “make install” kopieert bestanden naar systeemgebieden (zoals /usr/local/bin), dus administratorrechten zijn vereist. Gebruik altijd sudo:

Correct voorbeeld:

sudo make install

Dit zal het installatieproces uitvoeren met de juiste rechten.

Q2. Ik krijg “No such file or directory” bij het uitvoeren van ./configure. Waarom?

A2.
Deze fout betekent dat er geen configure‑script in je huidige map staat. Mogelijke oorzaken:

  • De broncode‑download was onvolledig
  • Het project gebruikt geen autotools (het kan bijvoorbeeld CMake gebruiken)
  • Het configure‑script is niet uitvoerbaar

Controleer eerst of het bestand configure aanwezig is, en lees zo niet, de meegeleverde README‑ of INSTALL‑bestanden voor de juiste bouwstappen.

Q3. Ik krijg “make: command not found.” Wat moet ik doen?

A3.
Dit betekent dat de bouwgereedschappen niet geïnstalleerd zijn. Voer de volgende commando’s uit om ze te installeren:

sudo apt update
sudo apt install build-essential

Het pakket build-essential bevat make en alle benodigde tools.

Q4. Hoe kan ik build-essential offline installeren?

A4.
Om build-essential offline te installeren, download je de pakketten van tevoren op een machine met internettoegang en breng je ze naar de offline omgeving. De twee meest voorkomende methoden zijn:

  • Gebruik apt-offline om alle afhankelijkheden te downloaden
  • Gebruik de Ubuntu‑installatiemedia als APT‑bron

De installatiemedia‑methode is vooral eenvoudig voor volledig offline omgevingen.

9. Samenvatting

Op Ubuntu speelt “make install” een cruciale rol bij het installeren van software vanuit de broncode. Het geeft je de flexibiliteit om de nieuwste versies of aangepaste builds te gebruiken, onafhankelijk van de pakketbeheerder – een groot voordeel van Linux‑systemen.

Dit artikel besprak alles, van het opzetten van ontwikkeltools, het verkrijgen en bouwen van broncode, installatie, de‑installatie, tot het omgaan met offline scenario’s. Door deze stappen onder de knie te krijgen, ben je klaar om elke onbekende software die je tegenkomt aan te pakken.

We hebben ook oplossingen voor veelvoorkomende fouten en vragen verzameld in een FAQ‑formaat. Hoewel Linux‑builds in eerste instantie intimiderend kunnen lijken, zijn ze beheersbaar zodra je de basis begrijpt.

Wil je verschillende software op Ubuntu uitproberen, beheer dan de “make install”‑procedure die hier wordt uitgelegd en geniet van een zeer flexibele ontwikkelomgeving.

侍エンジニア塾